fbpx
Suzan: ‘Ik ben nog steeds op zoek naar die roze wolk’

Suzan: ‘Ik ben nog steeds op zoek naar die roze wolk’

Sanne Kerkvliet-Jansen door Sanne Kerkvliet-Jansen
Moeder worden is een van de mooiste dingen die je kan overkomen. Het blijft iets onwerkelijks en magisch dat je na negen maanden ineens een mini-me op de wereld zet. Nu kan het grote GENIETEN beginnen, toch?

Maar vrijwel niemand vertelt erbij dat het voor kersverse ouders naast een bijzondere tijd stiekem ook best een vermoeiende, emotionele en drukke periode is. Suzan vertelt over de rollercoaster waar ze die eerste weken na de geboorte van Liz in zat.

Suzan is 31, woont samen en is moeder van Liz (10 maanden). Ze is stapeldol op haar kleine meid – die een exacte kopie van haar vriend is – maar die roze wolk was bij haar nergens te bekennen.

Hoe was je zwangerschap?

Omdat een zwangerschap bij ons wat langer op zich liet wachten dan gehoopt, was ik werkelijk euforisch toen de zwangerschapstest eindelijk positief was. Die eerste maanden zat ik echt in een complete roes en voelde ik me supergelukkig dat het toch gelukt was. Ik had dan ook een zwangerschap uit het boekje. Geen misselijkheid of andere kwaaltjes, ik voelde me top en had het idee dat ik de hele wereld aankon.

En de bevalling?

Omdat Liz in een stuitligging lag, bleek na overleg met de gynaecoloog een natuurlijke bevalling niet verstandig. Dat was een domper. Niet dat ik me nou zo verheugd had op de bevalling, maar een keizersnede is ook niet niks, wist ik vanuit mijn omgeving. Omdat de weeën toch spontaan voor de ingeplande keizersnede op gang kwamen, ging de operatie heel snel. Ik had nauwelijks de tijd om te beseffen wat er gebeurde. Toen Liz eenmaal geboren was, liet de arts haar zien. Ik was zó blij dat ze er was en vond het rot dat ze gelijk weer werd weggehaald, terwijl ik nog op de operatietafel lag. Die eerste momenten was mijn vriend alleen met Liz en daar heb ik me later erg rot over gevoeld.

Hoe gingen die eerste dagen toen Liz er was?

Terwijl ik herstelde van de keizersnede, bleven we in het ziekenhuis. Omdat ik niks kon, kon ik niets anders dan toekijken hoe de verpleegsters en mijn vriend Liz aankleedden, in bad deden en haar luiers verschoonden. Na een paar dagen was ik wat meer mobiel en kon ik ook zelf wat meer doen. Maar doordat ik niet mocht tillen, moest mijn vriend Liz uit bed tillen en in bad blijven doen.

En eenmaal thuis?

De eerste dagen gingen goed, ik had het geluk dat mijn vriend twee weken vrij had genomen en ik had een lieve kraamverzorgster.

Dat veranderde toen mijn vriend weer aan het werk ging en de kraamzorg weg was. Ik twijfelde werkelijk aan álles. Was Liz niet te warm gekleed, had ze het niet te koud, dronk ze wel genoeg, was het niet raar dat ze ’s nachts praktisch niet sliep? Ik had die eerste weken veel hulp nodig, omdat ik niet mocht tillen. Gelukkig heb ik een lieve moeder en schoonmoeder die me om de beurt kwamen helpen, maar daar voelde ik me wel schuldig over. Ik wilde zelf voor mijn kind kunnen zorgen.
En daar kwam nog eens bij dat ik heel erg aan Liz moest wennen. Je leest en hoort altijd overal dat je wordt overvallen door een moedergevoel en dat je meteen instinctief weet: dít is mijn kind. Dat had ik helemaal niet en daar voelde ik me heel schuldig over. Ik vond Liz superlief hoor, maar had soms het gevoel dat ze net zo goed m’n nichtje of buurmeisje had kunnen zijn. Ze voelde niet meteen ‘eigen’. Daar heb ik heel wat tranen om gelaten en ik voelde me een waardeloze moeder.

Naast het zorgen voor Liz was ik vooral druk met koffie schenken en beschuiten smeren. We hadden die eerste weken, maanden zelfs, heel veel aanloop. Hartstikke lief, maar als de visite dan vroeg: ‘Heb je het druk?’, dan dacht ik: ‘Ja, druk met al die visite’. Achteraf hadden we wat vaker ‘nee’ moeten zeggen en wat meer tijd voor onszelf moeten nemen.

En hoe gaat het nu?

Ik zoek die roze wolk nog steeds, het moederschap komt me niet aanwaaien. Ik vind het heerlijk dat Liz er is, maar ik blijf onzeker. Je kind is compleet afhankelijk van jou en die verantwoordelijkheid heb ik onderschat. Als Liz in het begin niet fit was, of als ze maar bleef huilen, schoot ik meteen in de paniekstand. Nu gaat dat langzaam beter, ik ken haar en voel haar steeds beter aan.

Heb je tips voor andere kersverse moeders?

  • Praat over al je twijfels en doe je niet stoerder voor. Het lucht enorm op om je verhaal te doen, steun van je omgeving helpt echt. En vaak blijkt dan ook dat andere moeders met dezelfde onzekerheden zitten.
  • Neem alle hulp aan die je aangeboden krijgt en vraag ook zelf om hulp. Biedt je moeder aan om een keer te komen koken, zeg ja. Staat je nichtje te trappelen om eens op te mogen passen, zeg ja. Een Afrikaans gezegde luidt niet voor niets: ‘It takes a village to raise a child’. Wij zijn gewend om alles zelf te willen doen, maar in andere culturen is het heel normaal dat de hele omgeving helpt bij de verzorging en opvoeding van je kind. Voel je dus geen slechte ouder als je wat tijd voor jezelf neemt.
  • Heb je een grote familie en/of vriendenkring? Denk eens na over een kraamfeest in plaats van los kraambezoek. Zo houd je die eerste weken veel meer tijd over om aan elkaar te wennen.
  • Vind je kraamvisite gezelliger, houd dan in het weekend minimaal één dag voor je gezin.
  • Laat je kind (en jezelf) op tijd wennen aan de kinderopvang. Dit soort wen-momenten, schelen een hoop stress wanneer je weer aan het werk gaat.

 

Geen roze wolk, maar een donderwolk?

Dat je de eerste periode mét baby niet op een roze wolk zit, komt zoals je hierboven hebt kunnen lezen, vaker voor. In de meeste gevallen gaan die gevoelens vanzelf over, soms is er meer aan de hand. Voel je je depressief? Met deze test kun je checken of je wellicht een zwangerschapsdepressie hebt. Trek bij dit soort sombere gevoelens altijd aan de bel bij je huisarts of verloskundige.

Vragen? Bel 070 - 7920101