Voor het stimuleren van gezond eetgedrag bij een kind, is het eigenlijk het beste om een als ouder controle uit te oefenen, maar ook niet enorme beperkingen op te leggen. Zo kan het verbieden van eten er voor zorgen dat een kind er juist van wil eten. Maar kinderen helemaal vrij te laten kiezen wat ze willen, kan er juist weer voor zorgen dat ze sneller ongezonde keuzes maken.
Een voorbeeld: zowel snoep en sap helemaal verbieden als een kind vrijlaten om zelf snoep en sap uit de kast te pakken, werken niet. Maar wat kun je dan wel doen? Verbied het niet, maar geef het op vaste momenten en niet te veel. Bijvoorbeeld alleen in het weekend één glas sap of één bakje chips.
Soms zal een kind wel 10 tot 15 keer moeten proeven voordat hij aan een smaak gewend is. Dat hoeft trouwens niet te betekenen dat hij alles superlekker gaat vinden. Kinderen ontwikkelen namelijk ook hun persoonlijke smaak. Je moet dus vooral geduld hebben en blijven herhalen.
Je kind dwingen nieuwe smaken aan te leren werkt helaas averechts. Als het bij één hapje blijft: prima. Straf een kind niet als hij iets niet wilt eten. Volgende keer beter. Het is niet verstandig om het weinig eten aan tafel op te lossen door een kind later een boterham of cracker te geven. Daarmee houd je het slechte eten tijdens de maaltijd in stand. Het kind rekent er namelijk op dat hij (later) iets anders krijgt. Bedenk ook dat een kind veel minder eet dan jij. Sowieso zullen de periodes dat een kind veel of weinig eet elkaar geregeld afwisselen, afhankelijk van de groei op dat moment.
Zorg dat het bordje zo staat dat een kind er net bij kan. Wil een kind iets niet? Besteed er daar dan geen aandacht aan. Eet zelf rustig verder. Wanneer je van tafel gaat, dan is het eetmoment voorbij.
Heeft je kind niks of weinig gegeten? Prima. Ruim de tafel gewoon af. Geef niet iets extra’s tussendoor, want dan vergaat de honger voor het volgende eetmoment. Wacht daarom tot het volgende eetmoment. En is de dag voorbij? Het is niet erg als een kind een keer met honger naar bed gaat. Morgen is er weer een dag, een gezond kind hongert zichzelf niet uit.
Leer je dat wel aan, dan kan een kind later zichzelf ook troosten of belonen met eten. En dat kan weer leiden tot eetproblemen. Maar beloon een kind ook niet met ander eten. Zoals met een toetje wanneer hij zijn groente opgegeten heeft. Een kind kan dan gaan denken dat groenten eigenlijk niet lekker zijn. En ook al eet hij niet al zijn groenten op, geef gewoon een toetje als onderdeel van de maaltijd (als dit bij jullie thuis gebruikelijk is). Je mag natuurlijk een kind wel een compliment geven als hij zijn fruit of groente met smaak heeft gegeten. ‘Jij hebt je bloemkool goed gegeten, zeg!’
Betrek kinderen bij het eten door samen een recept uit te zoeken, een boodschappenlijstje te maken, de boodschappen te doen, samen te koken en/of de tafel te dekken. Je kunt ook nog eerder beginnen, door zelfs samen een moestuintje onderhouden.
Laat je kind vanaf drie jaar zelf eens opscheppen: verantwoordelijkheid stimuleert namelijk!
Kondig het eten van te voren aan wanneer kinderen nog in hun spel zitten. Zo kunnen ze er rekening mee houden of al opruimen en aan tafel komen zitten.
Geef kleine porties, een tweede keer opscheppen zorgt voor een positieve ervaring. Voor jou en je kind ;-).
Geef het juiste voorbeeld! Zien eten, doet tenslotte eten. Eet daarom zelf met smaak en aandacht. Neem de tijd voor elkaar aan tafel. Leg tablets, telefoons bewust aan de kant, ook daarmee geef je je kind het goede voorbeeld. Bovendien levert dat, zeker naarmate je kind(eren) ouder wordt, hele gezellige gesprekken op aan tafel!
Bij Up vinden we het belangrijk dat kinderen gezonde voeding krijgen aangeboden, om lichamelijke beweging en een gezond voedingspatroon in te zetten en dat kinderen gezond én gevarieerd eten. Dit is belangrijk voor de ontwikkeling en zij worden zich meer bewust van voeding. Gezond en gevarieerd eten en voldoende bewegen is dan ook zeer belangrijk in ons aanbod maar ook in onze activiteiten. Zo betrekken we kinderen bij activiteiten rondom voeding en bewegen. Bijvoorbeeld met kookactiviteiten, het aanleggen van een moestuin en het organiseren van sportactiviteiten.