Sem: “Met basketballen ben je bijna de hele tijd aan het dribbelen. Dribbelen is dat je de bal laat stuiteren met je hand. In het begin vond ik het moeilijk om te lopen en te dribbelen, maar nu lukt dat steeds beter.”
Dribbelen is een kwestie van veel oefenen. Je moet leren inschatten hoe de bal stuitert. Ook moet je leren om met beide handen te kunnen dribbelen. Zo oefen je volgens Sem het beste:
Sem: “Schietoefeningen doen is mijn favoriete onderdeel van de les. Je moet wel op heel veel dingen letten. Als je dat goed doet, kun je heel vaak scoren!”
Schieten doe je maar met één hand, de hand waar je ook me schrijft. Als je rechts bent, gebruik je je linkerhand alleen om de bal recht te houden voordat je schiet.
Goeie schietoefening: ga op je rug liggen en schiet de bal recht omhoog, vang hem weer op met je hand. Als je dit heel lang doet, zie je dat het schieten steeds meer vanzelf gaat.
Sem: “Het leuke van basketbal vind ik dat je het met een groep doet. Bij ‘passen’ speel je de bal over naar de andere spelers uit je team, dat is lastiger dan het lijkt omdat je sneller moet zijn dat je tegenstandiger!”
Passen doe je met twee handen, omdat je zo meer controle over de bal hebt. Je kunt 3 soorten passen oefenen: