fbpx
3 basketbal-tips van Sem

3 basketbal-tips van Sem

Muhsin Sahan door Muhsin Sahan
Sem (8) gaat drie dagen per week naar de BSO van Up en is helemaal gek van sport. Zodra hij binnenkomt gaat hij het liefst gelijk weer naar buiten om lekker te bewegen!Met deze 3 handige basketbaltips word je net zo goed als hij!

1. Dribbelen maar

Sem: “Met basketballen ben je bijna de hele tijd aan het dribbelen. Dribbelen is dat je de bal laat stuiteren met je hand. In het begin vond ik het moeilijk om te lopen en te dribbelen, maar nu lukt dat steeds beter.”

Dribbelen is een kwestie van veel oefenen. Je moet leren inschatten hoe de bal stuitert. Ook moet je leren om met beide handen te kunnen dribbelen. Zo oefen je volgens Sem het beste:

  • Dribbel eerst 15x met je goede hand en met je andere hand.
  • Dribbel afwisselend van links naar rechts en andersom (dat heet de ‘crossover’)
  • Begin met dribbelen, terwijl je stilstaat. Gaat dat goed? Dan kun je er (steeds een beetje sneller) bij gaan lopen
  • Maak een parcours waar je omheen of tussendoor kunt dribbelen.

2. De bal in de basket

Sem: “Schietoefeningen doen is mijn favoriete onderdeel van de les. Je moet wel op heel veel dingen letten. Als je dat goed doet, kun je heel vaak scoren!”

Schieten doe je maar met één hand, de hand waar je ook me schrijft. Als je rechts bent, gebruik je je linkerhand alleen om de bal recht te houden voordat je schiet.

  • Zorg dat je in stevig staat
  • Kijk waar je naartoe schiet
  • Houd je onderarm gebogen en wijs ‘m recht vooruit
  • Duw de bal naar de basket terwijl je hem met je vingertoppen ‘terugrolt’

Goeie schietoefening: ga op je rug liggen en schiet de bal recht omhoog, vang hem weer op met je hand. Als je dit heel lang doet, zie je dat het schieten steeds meer vanzelf gaat.

3. De bal overspelen

Sem: “Het leuke van basketbal vind ik dat je het met een groep doet. Bij ‘passen’ speel je de bal over naar de andere spelers uit je team, dat is lastiger dan het lijkt omdat je sneller moet zijn dat je tegenstandiger!”

Passen doe je met twee handen, omdat je zo meer controle over de bal hebt. Je kunt 3 soorten passen oefenen:

  • Borstpass: dan gooi je de bal met twee handen naar de andere speler, zo hoog als je borstkas. Hoe meer je dit oefent, hoe sneller en harder je leert gooien. Zo ben je je tegenstander steeds te snel af!
  • Botspass: deze pass lijkt op de borstpass, maar nu stuitert de bal 1x via de grond naar je teamgenoot.
  • Overheadpass: hierbij gooi je de bal over de tegenstander heen. Let op dat je hoog genoeg gooit en zorg dat je goed mikt richting je teamgenoot.

Vragen? Bel 070 - 7920101